Praktijk richtlijnen fysieke belasting
0 min. leestijd

Praktijk richtlijnen fysieke belasting

De praktijkrichtlijnen fysieke belasting zijn ontworpen om veiligheidsrisico's te minimaliseren bij het tillen en verplaatsen van mens en materiaal. Ze bieden richtlijnen voor het gebruik van hulpmiddelen, de juiste houding, het vermijden van overbelasting en het inschatten van de risico's. Het doel is om het risico op blessures en aandoeningen als gevolg van fysieke belasting te verminderen. Daarom worden ze in de training ergocoach gebruikt.

De praktijkrichtlijnen maken in 1 oogopslag duidelijk waar de grenzen tussen belasting en overbelasting tijdens het werk liggen. Er zijn praktijkrichtlijnen voor zorgverleners en voor medewerkers in ondersteunende diensten.  

  • Ziekenhuizen, patiëntgebonden handelingen
  • Ziekenhuizen, niet-patiëntgebonden handelingen
  • Verpleging- en Verzorging, ondersteunende diensten
  • Verpleging- en Verzorging, cliëntgebonden handelingen
  • Gehandicaptenzorg, cliëntgebonden handelingen
  • Ambulancezorg
Over de schrijver
Na mijn CIOS sportopleiding werkte ik een aantal jaren als trainer, coach en instructeur. Altijd bezig om anderen te helpen om fysiek en mentaal gezond te blijven door bewegen. Daarbij merkte ik al dat een behoorlijke deel van mijn klanten bewoog om fit te blijven zodat ze hun werk konden blijven doen. Geweldig om te zien dat zij de regie over hun eigen gezondheid namen. Tegelijkertijd realiseerde ik me dat de 'werkwijze', de 'werkorganisatie' en de 'hulpmiddelen' belangrijke factoren zijn om gezond te kunnen blijven werken. En daar was toen nog niet zoveel aandacht voor in het bedrijfsleven. Daarom richtte ik 1999 Corpus Sanum op, samen met Jeannette Nabuurs. Met maar één doel; werknemers helpen om op een gezonde en veilige manier te kunnen werken. Tot aan het pensioen. En tot vandaag de dag is dat nog steeds de ambitie waar ik elke dag weer met passie en bevlogenheid aan werk.

Dementie en de invloed van mijn gedrag

Dementie in Nederland neemt toe. Maar ook de problematiek en het gedrag van pg-cliënten veranderd. En dat leidt tot meer lastige situaties.  Soms dwingend, soms zelfs agressief. Gedrag waar zorgmedewerkers in toenemende mate moeilijk mee om lijken te kunnen gaan.


Waardoor ontstaat lastig en agressief gedrag bij dementie?

Verpleegkundigen en verzorgenden weten wat dementie is. En welk gedrag daarbij kan horen. En hoe ze daar op zouden kunnen reageren. Maar er zijn méér mensen betrokken bij het zorgproces. Denk aan huishoudelijk medewerkers, assistenten wonen, zorg en welzijn, de helpenden, vrijwilligers en zelfs familie. Ook de medewerker van de facilitaire dienst komt wel eens langs.


Velen van hen weten niet of onvoldoende wat dementie inhoudt. Laat staan dat ze weten hoe ze zouden kunnen reageren op gedrag van de cliënt. Maar ze zijn er wel én ze hebben met hun handelen invloed op die cliënt. Soms meer dan we denken.


Wat wij in de praktijk zien is er meestal vanuit de werkzaamheden wordt gedacht: Ik ga nu mijn taak uitvoeren (de zorg moet gedaan worden). Daarbij is er geen of weinig inzicht in het effect van die handeling op de cliënt.


Ook van medewerkers waarvan wél maatwerk mag worden verwacht, zien we dat dat soms ‘vergeten’ wordt. Een enkele keer omdat er toch onvoldoende kennis is. Maar vaker doordat die professional niet goed in staat is om die kennis om zetten in praktisch handelen. Ook een heersende teamcultuur kan adequaat handelen in de weg staan.


Hoe voorkom je lastig en agressief gedrag bij dementie?

Daar is geen allesomvattend antwoord op te geven. Wel begint het met kennis. Bij de verpleegkundige en de verzorgende. Maar ook bij de huishoudelijk medewerker, zorghulp, helpende en vrijwilliger. Zelfs bij die medewerker van het facilitair bedrijf.


Wat is dementie eigenlijk? Welk soort gedrag hoort hierbij en waardoor ontstaat dat? Hoe is de beleving van de cliënt? Wat gebeurt er allemaal in zijn of haar hoofd? Belangrijke vragen die een antwoord verdienen. Want door het vergroten van die kennis ontstaat er meer inzicht. En daardoor ontstaat er ruimte om beter te reageren op lastig of soms zelfs agressief gedrag van de ander. En zo de juiste dingen te doen of juist te laten.