Het is dinsdag 29 oktober. Ik haast me door de gangen van het congresgebouw. Links en rechts zie ik nog wat plukjes congresgangers lopen en zitten, maar de meesten zijn niet meer te zien. Die staan op de beursvloer of……… zitten in een van de 50 workshops. Ook in mijn workshop ’Succesvol training geven’ die zo gaat starten.
Twee nul achter en we moeten nog beginnen…
De riem van mijn laptoptas snijdt in mijn schouder, ik ruik een vleugje vers zweet. Niet vergeten om in de pauze even wat deo te spuiten, denk ik als ik aanbeland ben bij de gesloten deuren van zaal 25. Gehaast duw ik ze open. Wanneer ik, mezelf verontschuldigend, door het gangpad naar voren loop word ik gevolgd door ongeveer 50 paar ogen. Gelukkig staat de beamer met mijn presentatie al klaar. Terwijl ik mijn aantekeningen uit mijn tas pak vertel ik de cursisten met mijn meest charmante oogopslag, blonde krullen en glimlach dat de file langer was door dat ongeluk. En de parkeerplaats was ook voller dan verwacht. Jammer genoeg merk ik op dat moment dat ik in de haast alleen mijn eigen hand-out bij me heb. De stapel exemplaren voor de deelnemers ligt nog thuis op de eettafel. Als ik naar de ‘zaalassistent’ kijk, zie ik dat de door mij bestelde materialen niet zo opgesteld als ik had gevraagd. Terwijl ik mijn jasje uittrek zeg ik; ‘Sorry mensen. We beginnen over 5 minuten, dan vraag ik even of ze hier de hand-outs voor jullie kunnen kopiëren en tegelijkertijd zet ik de bestelde materialen goed neer zodat we straks lekker kunnen trainen. Ben zo terug’, en ik haast me de deur uit terwijl het geroezemoes weer aanzwelt.
“Ik was bijna weggelopen”
Twee tellen later wandel ik weer naar voren, wacht tot het stil is en vraag; ‘Wat doet dit met jullie?’ De reacties variëren: ‘Vervelend maar begrijpelijk’, ’Niet zo handig’. ‘Je kan ook niet overal rekening mee houden’, zegt een derde. Uiteindelijk zegt een van de cursisten: ‘Ik dacht; hoe kan iemand die z’n zaakjes niet voor elkaar heeft mij leren om succesvol training te geven? Ik was bijna opgestaan en weggegaan’.
Ze slaat de spijker op z’n kop. Natuurlijk kon ik niets doen aan dat ongeluk, die file, de volle parkeerplaats en de materialen die niet op z’n plek staan. De hand-outs vergeten? Ja, dat is mijn fout. Maar voor de cursist maakt dat geen bal uit. Ik ben gewoon te laat en dat roept negatieve emotie op. Ik had bij de deur moeten staan toen de mensen binnenkwam. En voor die tijd had ik de materialen nog even goed kunnen neerzetten en de zaalwacht kunnen vragen om nog even extra kopieën te maken. Ik-was-gewoon-veel-te-laat!
Je bent een voorbeeld
Als trainer heb je een voorbeeldfunctie en wanneer je je zaakjes niet goed hebt voorbereid, als je te weinig foutmarge hebt ingebouwd en er gebeurt iets onverwachts dan sta je aan het begin van je training al met 2-0 achter. Dat is niet lekker beginnen en leidt af van de inhoud; jouw boodschap! Dat is toch jammer of niet?
Natuurlijk overdrijf ik in deze blog. Overigens is het wel een sketch die ik verschillende keren écht speelde in mijn trainingen. Ook de reactie van de dame die weg wilde lopen is authentiek!
Hoe creëer jij jouw voorsprong?
Uit ervaring weet ik dat veel trainers ongewild en soms ook onbewust met een kleine achterstand beginnen. En dan is het hard werken om weer gelijk te komen. Wat zou het toch mooi zijn als je met een voorsprong van 1-0 kunt beginnen. Dan heb je meer ‘over’, dan kan je makkelijker spelen met de inhoud en het leerproces. Overdenk eens hoe dat met jezelf zit. Ben je altijd ruim op tijd? Heb je alle aandacht voor je cursisten als ze binnenkomen? Of ben je nog wat aan het rommelen met een presentielijst, je laptop, de beamer, de ramen of het meubilair? Want dan sta je achter met 1-0 of op z’n minst onder druk. Als dat zo is, bedenk dan eens waardoor dat komt en wat je de volgende keer kan doen om dat te voorkomen. Daar word je een betere trainer van.