Werkgeversmaatregelen om fysieke belasting te voorkomen

De wetgever heeft geen specifieke vormen of methoden benoemd waarmee de werkgever de werknemer moet faciliteren om fysieke belasting te voorkomen. Wel schrijft de Arbowetgeving voor dat de werkgever maatregelen moet treffen om fysieke belasting zoveel mogelijk te voorkomen. De werkgever moet daarbij uitgaan van de algemene uitgangspunten van de arbeidshygiënische strategie, namelijk:

1. Bronmaatregelen: het wegnemen van de oorzaken van de fysieke belasting. Dit kan bijvoorbeeld door het aanpassen van de werkplek, het gebruik van hulpmiddelen, of het aanpassen van werkprocessen.
2. Collectieve maatregelen: het verminderen van de blootstelling aan de fysieke belasting door het treffen van organisatorische maatregelen. Bijvoorbeeld door het aanpassen van de werk- en rusttijden, of door het inzetten van meer personeel.
3. Individuele maatregelen: het verminderen van de belasting bij individuele werknemers. Bijvoorbeeld door het aanbieden van trainingen of het verstrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen.

De werkgever moet in overleg met de werknemer bepalen welke maatregelen het meest geschikt zijn om de fysieke belasting te verminderen. Hierbij moet de werkgever rekening houden met de individuele omstandigheden van de werknemer, zoals leeftijd, fysieke gesteldheid en ervaring.

Verder kan de werkgever de werknemer ook informeren en instrueren over de juiste werkhouding en het gebruik van hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen. Ook kan de werkgever periodiek de fysieke belasting op de werkplek evalueren en waar nodig aanpassingen doorvoeren om de fysieke belasting verder te verminderen.